Bacterievuur

Bacterievuur is een plantenziekte, die vooral planten van de rozenfamilie treft en in de regel toeslaat in de maanden mei en juni. 
De bekendste zijn meidoorn (crataegus), peer (pyrus), appel (malus), dwergmispel (cotoneaster), vuurdoorn (pyracantha), kweepeer (cydonia), meelbes / lijsterbes (sorbus) en krentenboompje (amelanchier).

Bacterievuur bezorgt vooral fruitkwekers (peer, maar ook appel) kopzorgen. Ook boomkwekers kunnen met de ziekte te maken krijgen. En zelfs jij bent (misschien) betrokken partij. Vele sierstruiken zijn immers gevoelig voor de ziekte. Ook tuinen kunnen dus ‘geïnfecteerd' zijn, en vormen op die manier ook een mogelijke bron van nieuwe infectie. 

De eerste vraag die je je moet stellen is of er in uw tuin bacterievuurgevoelige planten staan. Is het antwoord ‘ja', geen paniek, de plant is niet noodzakelijk geïnfecteerd.  Hou ze wel extra in de gaten!  Dé maanden waarin de ziekte in de regel toeslaat zijn mei en juni.  Hét meest typerende ziektebeeld is de bruin-, zwartverkleuring van de bloesems, vruchten, bladeren en jonge twijgen (als door ‘vuur verschroeid'). Twijgen en bladeren krullen daarbij ook typisch om. 

Wat doen als je bacterievuur vaststelt?

  • Genezing van de ziekte met chemische middelen (antibiotica) is niet mogelijk. Laat je niets wijsmaken.
  • Snoei zieke plantendelen weg, tot minstens 50 cm (!) onder de zichtbare aantasting, rooi de aangetaste plant desnoods helemaal!
  • Vernietig het weggesnoeide of gerooide hout, het liefst door verbranding.
  • Vermijd contact tussen gezond en weggesnoeid hout.
  • Zorg dat je met je handen niet constant vergrijpt van geïnfecteerd naar gezond hout.
  • Pak weggesnoeide takken goed in.
  • Ontsmet je snoeimes tussen twee knippen door (Dettol heeft bijvoorbeeld kiemdodende werking)

 


Contactinformatie