Waar draag ik een mondmasker?

Het dragen van een mondneusmasker beschermt jou en anderen tegen de verspreiding van het coronavirus én is door de federale overheid verplicht:

• op het openbaar vervoer vanaf 13 jaar. Je draagt het vanaf dat je het station of de halte betreedt
• vanaf de derde graad van de lagere school
• voor begeleiders van kampen, stages en activiteiten die toegelaten zijn
• op het werk
• voor bepaalde beroepen, zoals bijvoorbeeld marktkramers
• in winkels en winkelcentra, in de winkelstraten (zones aangeduid op lokaal niveau) en op markten
• in bibliotheken en musea
• in de gebedshuizen en bezinningsplaatsen
• bij begrafenissen, crematies en burgerlijke huwelijken
• de inrichtingen en plaatsen waar horeca-activiteiten toegelaten zijn, en dit zowel voor het personeel als de klanten (tenzij deze laatsten aan tafel zitten)
• tijdens de evenementen, culturele en andere voorstellingen en professionele sportwedstrijden
• tijdens de handelsbeurzen en salons
• op het diftar-recyclagepark, als de veiligheidsafstand (anderhalve meter) niet gegarandeerd kan worden. Dit geldt voor bezoekers en de parkwachters

In het burgemeestersbesluit van 29 juni 2021 werd volgende bepaald:

Het dragen van een mondmasker (mond- en neusbescherming) of elk ander alternatief in stof is verplicht in publiek toegankelijke delen van openbare ruimtes, evenwel met dit onderscheid:

• in buitenruimtes: wanneer de afstand van 1,5m niet bewaard kan worden
• in binnenruimtes: altijd

Conform art. 25 van het MB van 28 oktober 2020 geldt de mondmaskerplicht niet voor kinderen tot en met 12 jaar (i.e. alle kinderen die nog niet de volle leeftijd van 13 jaar hebben bereikt), dit houdt in dat de mondmaskerplicht geldt voor iedereen vanaf 13 jaar.

Het dragen van een mondmasker (mond- en neusbescherming) of elk ander alternatief in stof is niet verplicht in voormelde zones:

• Voor personen die middels medisch attest kunnen aantonen dat zij geen mond- en neusbescherming of elk ander alternatief in stof kunnen dragen;
• Voor inzittenden en bestuurders van gemotoriseerde voertuigen;
• Voor beoefenaars van fysiek belastende professionele activiteiten gedurende de uitoefening van die activiteit (vuilnisophalers, aannemers van werken);
• Voor beoefenaars van een sportactiviteit.